De reikwijdte van het belemmeringsverbod van art. 9a WAADI, TAP 2019/237
Inleiding
Het is tijd hernieuwde aandacht te besteden aan de reikwijdte van het belemmeringsverbod. De aanleiding daarvoor wordt mede gevormd door een recente uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, die, kort weergegeven, besliste dat een arbeidskracht werkzaam op basis van een ‘zzp-constructie’ kan worden aangemerkt als arbeidskracht als bedoeld in art. 1 lid 1 onder c Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (WAADI). De rechter oordeelde dat in deze zaak leiding en toezicht werd uitge-oefend door de inlener en concludeerde dat de WAADI van toepassing is. Een in de algemene voorwaarden opgenomen boetebeding viel onder het belemmeringsverbod van art. 9a WAADI en was derhalve nietig. Partiële nietigheid was volgens de rechter niet mogelijk. Ook kon het boetebeding niet worden gezien als een redelijke vergoeding als bedoeld in art. 9a lid 2 WAADI. De Rechtbank Rotterdam nam dit alles vrij eenvoudig aan, en de vraag is hoe dit zich verhoudt tot de rechtspraak van de Hoge Raad.
In deze bijdrage wordt een antwoord op deze vraag gezocht en daarnaast meer in zijn algemeenheid aan de hand van jurisprudentie en literatuur onderzocht hoe ver het belemmeringsverbod zich uitstrekt. Daartoe wordt eerst het toepassingsbereik van de WAADI besproken. Daarna komt...
Download het hele artikel als PDF